Informatie

13 februari 2017 00:00 -

Bijeenkomst maandag 13 februari 2017: Uitreiking Reuringprijs en ‘Bouwen met constructieve journalistiek’

Constructieve journalistiek als een stuk rood vlees

Het was tegen het einde van de discussie, dat sociaal psycholoog Hans van de Sande zich bij de interruptiemicrofoon meldde. Zijn introductie was met een fijne knipoog (,,ik ben een vriend en collega van Diederik Stapel, dus dan weet u genoeg’’), zijn reikende hand aan Windesheim-lector Liesbeth Hermans was duidelijk: ,,De mens is gewend om op gevaar te sturen, om alert te zijn. Daar komen die negatieve koppen ook vaak vandaan. Wat u volgens mij wilt zeggen: we kunnen ook op mogelijkheden sturen, kijken wat er wél kan.’’

Daarmee vatte Van de Sande het pleidooi van Hermans in het daaraan voorafgaande halfuur aardig adequaat samen. Makkelijk had de nieuwe lector in de constructieve journalistiek het daarin niet gehad. Dat krijg je er misschien ook van als je een journalistieke opleiding in het teken van de nieuwe richting wilt zetten. ,,De term constructieve journalistiek suggereert dat de huidige journalistieke vooral destructief zou zijn’’, zei mediahistoricus Huub Wijfjes in het inleidende filmpje. ,,Nogal denigrerend vind ik dat.’’

Ook andere aanwezigen, als de sportjournalisten Jaap Stalenburg en Henk Kok, gingen er redelijk stevig in. Voor hen leek de nieuwe richting niet veel minder dan een stuk rood vlees, waarop zij zich met graagte stortten. ,,Hoeveel tijd heeft u nu daadwerkelijk op een redactie gewerkt?’’, wilde Stalenburg van Hermans weten. Het was de polarisatie waar de nieuwe lector al een beetje bang voor was geweest. ,,Het wordt al zo snel welles-nietes’’, zei ze. ,,En dat is nou juist wat we willen voorkomen met deze nieuwe richting. Let wel: ook wij willen gewoon goede, gedegen journalisten opleiden bij Windesheim. Absoluut. Maar we willen ook graag dat ze wat verder kijken dan nu vaak gebeurt. Kijk naar al die negatieve koppen. Het is een achterhaald principe dat lezers daarop zitten te wachten.’’

Maaike Wind, verslaggever van het Dagblad van het Noorden, ziet wel iets in die constructieve journalistiek. ,,Al is het maar de vraag of je er een etiket op moet plakken. Heel veel van wat we nu al doen zou je ook heel goed constructief kunnen noemen.’’ Haar collega Floor Bremer, parlementair verslaggever van RTL Nieuws, viel haar bij. ,,Wij doen bij RTL bijvoorbeeld al heel veel aan allerlei vormen van duiding. Wat betekenen bepaalde beslissingen nu echt voor mensen? Daar hebben we tegenwoordig tooltjes voor op de website, zodat mensen kunnen zien hoeveel ze er in inkomen op voor- of achteruit gaan bijvoorbeeld. En we doen veel aan datajournalistiek. En dat levert nieuws op, ook positief nieuws.’’

Positief nieuws, maar wel degelijk gebaseerd op feiten. Het andere verhaal, dat ook laat zien dat het nog helemaal niet zo slecht gaat in de wereld. Daar is Hermans met haar Windesheim-opleiding onder meer naar op zoek en dat onderstreepte ze met een filmpje, waarin de Zweedse arts en hoogleraar Hans Rosling iets vergelijkbaars vertelde. ,,In Nigeria waren prima, democratische verkiezingen, in India heerst geen tetanus meer en het grootste deel van de wereldbevolking heeft de beschikking over elektriciteit’’, zei hij. ,,Maar daar hoor je niets over omdat dat nieuws niet snel genoeg is. Maar als je wilt weten wat er in de wereld gebeurt, moet je vooral niet naar de reguliere media kijken en luisteren. Want dan hoor, lees en zie je slechts een deel van het hele verhaal.’’

Enfin, het was een interessante discussie, die voor- en tegenstanders van constructieve journalistiek misschien een klein beetje dichter bij elkaar bracht. Al getuigt het waarschijnlijk ook van weinig constructief-journalistiek inzicht om de aanwezigen in die twee kampen op te delen. Excuus daarvoor, mevrouw Hermans.

Aanmeldformulier